- afdrogen
- {{afdrogen}}{{/term}}1 [het vocht wegnemen (van)] dry (up) ⇒ wipe dry 〈met doek〉2 [afranselen] thrash3 [met groot verschil winnen van] trounce♦voorbeelden:1 zijn handen afdrogen • dry one's hands (on a towel)zich afdrogen • dry oneself (off)3 het team heeft de tegenstander met 6-0 afgedroogd • the team trounced the opposition 6-0
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.